Geschiedenis

In den beginne..

Na de Tweede Wereldoorlog gaat het slecht met de biercultuur in Nederland. Het bieraanbod versobert steeds meer en er wordt zo goed als geen speciaalbier gebrouwen. Nederland telt tegen 1980 nog maar veertien brouwerijen en Nederlanders zijn weinig bekend met speciaalbier. In de jaren ’70 zijn Belgische speciaalbieren zoals De Koninck, Westmalle en Duvel echter aan een opmars bezig. Belgisch speciaalbier wordt langzaamaan ook in Nederland bekend, beginnend bij Zeeland en Brabant en later ook in de noordelijkere provincies. De echte doorbraak komt in 1979, wanneer brouwerij De Schaapskooi van trappistenklooster Koningshoeven zelfstandig wordt en besluit speciaalbier te gaan brouwen, overigens puur uit concurrentieoverwegingen. Bovendien wordt in 1980 de bierconsumentenvereniging PINT opgericht met als hoofddoel het bevorderen van de (speciaal)biercultuur in Nederland. Het aandeel van speciaalbier in de bierconsumptie is sindsdien gegroeid van 1% toen, naar een kleine 11% in 2020.  Het is daarom niet vreemd dat in dit klimaat meerdere studentenverenigingen speciaalbierclubjes oprichten. In 1980 ziet bij de DSB het Delfts BierBrouwers Gilde (DBBG) het licht en in 1981 volgt de sub Bij voorkeur Bijzondere en Buitenlandse Bieren (B4) van Demos. In de diverse en open cultuur die RSG toen ook had, paste een dergelijk fenomeen natuurlijk perfect.

De oprichting

Tijdens de KMT van 1980 werden Gijs van Wulfen en René Bouwmeester lid. René had al een bierclub met zijn middelbare schoolvrienden uit Zeeland en Gijs werkte in een café in Breda waar ze af en toe ook Belgisch bier schonken. Ze voelden zich beide geroepen om RSG kennis te laten maken met speciaalbier. Na hun inauguratie op 26 september 1980 wordt er in de bestuursvergadering al melding gemaakt van de nieuwe sub: Het Buitenlands Bierendispuut. De doelstellingen zijn het promoten van BIER en leden de mogelijkheid te bieden om samen een buitenlands biertje te drinken. Dit willen ze bereiken door elke zes weken een avond te organiseren en door naar brouwerijen in België te gaan. Deze avonden vonden plaats in het T-huis (tegenwoordig Alfheim), terwijl tegelijkertijd in Midgard ook “gewone” sociëteit was. De avonden waren dus meer een soort borrels. Er was echter een hoop protest tegen bier drinken in het T-huis en tegen een subvereniging die bier drinken als doel had. In het T-huis stond toen nog geen tap en werd daadwerkelijk ook ’s avonds alleen maar thee gedronken. Gelukkig kregen ze toch het voordeel van de twijfel.

Tijdens de eerste avond werd besloten dat Lambiekske een betere naam was voor de subvereniging. De dubbelzinnige betekenis, zowel verwijzend naar Lambik-bieren als naar het stripfiguur, was vanaf het begin af aan al zo bedoeld. Het logo dat toen gemaakt is, wordt in licht aangepaste vorm nog steeds gebruikt. Het bruggetje naar de benamingen Lam en Biek voor bestuursleden was uiteraard snel gemaakt, al waren het in het begin geen functieomschrijvingen maar benamingen zonder concrete inhoud.

De avonden leidden vanaf het begin al tot een gezonde concurrentie met de “gewone” sociëteit. Promo was erg belangrijk, zowel van te voren als tijdens de avond. Er was geen muziek en er waren geen happen, maar het was een sfeer waar mensen rustig en uitgebreid over bier konden ouwehoeren. Een avond was toen al een succes als de bar vol zat. Omdat er nog geen voorraad speciaalbierglazen was, werd het concept van de glazen pot ingevoerd. Dit was een fooienpot waarvan glazen gekocht werden. Deze pot heeft jarenlang bestaan tot er een fatsoenlijke voorraad glazen ontstond. Daarnaast kwam er een marge van tien cent op het ingekochte bier om de aankoop van de glazen te bespoedigen. Het belang dat er gehecht werd aan de glazen blijkt uit het feit, dat ze zelfs als activa op de minutieus bijgehouden balans komen. Hun “2-jarenverslag” kan zelfs precies vertellen hoeveel er van welk bier gedronken is!

Op de HALV van 1981 wordt al vermeld dat Lambiekske een groot succes is en de biertrips (uitjes naar Belgische brouwerijen) een goede vondst. Deze biertrips werden één keer per jaar georganiseerd en bestonden uit een dag Belgische bierbrouwerijen bezoeken en uitgaan in een grote Belgische stad (meestal Antwerpen). Het verslag van de assessor subverenigingen meldde toen al “Lambiekske kan nog eeuwen mee”. Het succes van Lambiekske bleek ook uit de zorgen die het bestuur al eind 1982 uitte over de omzetdaling van de sociëteit en de vrees voor contractbreuk door de reeds toenemende consumptie van speciaalbier. In de praktijk werd er maar eens per zes weken een avond gehouden en duurde het twee volle jaren voordat er 500 flesjes bier waren gedronken. Het viel dus allemaal reuze mee. Er werd in de verbouwing van het T-huis in ’83-’84 echter wel besloten een tap te installeren en sindsdien kon men fustjes drinken tijdens de Lambiekskeavonden.

De eerste opvolgers

Gijs en René hielden het maar liefst vier jaar vol voordat ze de leiding uit handen wilden geven aan de eerste opvolgers. Eric & Erik gingen veelal op dezelfde manier verder. Ze waren getuige van de eerste subverenigingenweek (IBM-subweek); bedacht door het bestuur (niet geheel toevallig het bestuur waar Gijs Praeses van was) om subverenigingen meer onder de aandacht te brengen. Lambiekske speelde in de eerste jaren waarin deze week georganiseerd werd nog maar een bescheiden rol. Het eerste lustrum stond in de planning maar werd uiteindelijk niet echt gevierd. Nadat Eric & Erik in 1986 afgestudeerd waren, volgden een paar jaar waarin Lambiekske niet meer centraal geleid werd. De avonden werden eerder interne borrels en er was niet veel nieuwe aanwas. Het werd daardoor vanzelf steeds meer een clubje ouderejaars. Dit schiep ruimte voor andere initiatieven. Niet veel later werd daarom het IBM “Schap Antwerpen” opgericht. Dit IBM was een klassiek IBM ter bevordering van verticale integratie maar had wel als kenmerk dat het vooral uit speciaalbierliefhebbers bestond. Voor de leden werden ook uitjes naar België georganiseerd. Maar toch miste er iets…

De subovername

Op 20 oktober 1989 vonden Louis Broekhuisen en Wim Bruijniks dat Lambiekske moest vernieuwen en namen de macht over. Ze wilden een aantal dingen veranderen. De balangrijkste verandering was dat Lambiekske niet alleen speciaalbier promootte onder de mensen die naar hun borrels kwamen, maar onder alle leden van het RSG. De Lambiekskeavonden vonden daarom vanaf toen plaats in de sociëteit in plaats van in een aparte ruimte. De marges werden verhoogd naar 25 cent om zo bitterballen te kunnen kopen. Het serveren van bitterballen tijdens de Lambiekske- avond is een gebruik dat nog steeds bestaat. Men begon ook een ledenlijst bij te houden en Roger Mars werd als eerste nieuwe lid verwelkomd. Hij werd het jaar erop Biek en het eerste driekoppige bestuur was geboren. Het Lambiekske-bestuur bestond vanaf toen uit een Lam, een Biek en een Ske. Door de groei van het aantal leden in de jaren erna werd besloten om iets meer structuur in de benaming aan te brengen. De Lam werd praeses, de Biek quaestor en er kwam een Ske#1 als ab actis. De rest van de leden heette vanaf toen Ske.

Doordat Louis voorheen lid was van het DBBG, werd vanuit Lambiekske contact met hen gelegd evenals met B4. Ook werd er contact gelegd met PINT. Later zouden sommige oud-Lambiekske leden PINT-landelijk zelfs gaan besturen. 

Op 23 november 1990 vierde Lambiekske haar 2e lustrum met een druk bezocht feest. De interesse voor Lambiekske was weer heelemaal terug en dat betekende dat er een hoop nieuwe ideeën konden worden uitgevoerd. Uit oude ledenlijsten valt af te lezen dat Lambiekske langzaam maar gestaag begon te groeien, van 3 leden in 1990, naar 12 in 1994 en 40 in 1997, meer dan 100 in 2010 tot wel bijna 300 in 2020. Blijkbaar sloeg deze nieuwe formule erg aan. De toename van het ledenaantal leidde uiteraard ook tot een toename van de bierconsumptie. De bieren en glazen pasten niet langer op een klein plankje en daarom werd in 1991 een tweedehands archiefkast aangeschaft om alles in op te bergen. Deze kast werd in de voorraadgang gezet naast Midgard, waar hij tot op de dag van vandaag nog steeds staat, alleen niet meer in gebruik van Lambiekske.

De roerige jaren ‘90

Naarmate Lambiekske ouder wordt, ontstaan er steeds meer gebruiken. Lambiekske organiseert ALV’s waar naast bier gedronken ook daadwerkelijk vergaderd wordt. Er komt ook een nieuwe functie Vice Praeses Kritiek; een mooi excuus om kritiek te leveren op alles wat Lam, Biek en Ske#1 doen. Later worden ook nog benamingen zoals Assessor Bier Tanken (ABT) en Assessor Alcohol Promillage (AAP) bedacht. Deze drie benamingen zijn later door hun geringe toegevoegde waarde weer verdwenen. Lambiekske begint steeds meer vat te krijgen op de IBM-subweken en er worden tijdens deze weken meerdere Lambiekskeavonden georganiseerd. Deze weken worden daarom tijdens de Lambiekske ALV’s al snel de Bier-sub-weken genoemd. Omdat e-mail toen nog niet zo gebruikelijk was, worden de leden persoonlijk per post op de hoogte gebracht van de activiteiten. Doordat het aantal Lambiekske-reünisten toenam wordt Lambuikske opgericht. Het concept van speciaalbier drinken en biergerelateerde activiteiten bleef behouden, maar gericht op reünisten van Lambiekske. Dit houdt in dat het vrijdagavonden zijn, soms op het RSG maar vaak ook niet en dat er niet moeilijk wordt gedaan over een paar gulden meer of minder.

In de promotie voor de biertrip naar België van 1995 werd deze bij wijze van grap de “Biervaart” genoemd. De benaming van deze reis, die toen gebruikelijk 5 dagen duurde, sloeg zo aan dat deze nog steeds gebruikt wordt. Na afloop van elke biervaart werd gekeken hoeveel bier iedereen gedronken had en dus moest betalen. Met deze gegevens bij de hand was het daarom niet moeilijk om even uit te rekenen hoeveel blazen Bavaria er gedronken moesten worden om dezelfde hoeveelheid alcohol binnen te krijgen. De “pilsfactor” als maatstaaf voor hoeveel iedereen gedronken had sloeg aan en is sindsdien elke biervaart herhaald (en voor sommigen een heuse wedstrijd). Doordat er veel klachten waren over de hoge kosten van de biervaart is de reis eind jaren ’90 verkort naar 3 dagen, uitzonderingen daar gelaten. Met een beetje pas- en meetwerk was er uiteraard voor de diehards wel een langer verblijf te regelen.

Het 3e lustrum van Lambiekske werd pas in ‘96/’97 gevierd. Dit kwam deels door een gebrek aan archivering en deels doordat het Lambiekske-bestuur van ‘95/’96 vergeten was dat ze in een lustrumjaar zaten. Omdat Lambiekske toen al ruim 16 jaar bestond en omdat Lambiekske halverwege de jaren ’90 een grote schare aan metalliefhebbers had, werd dit lustrum toepasselijk het 16,66 lustrum genoemd. Deze benaming was niet helemaal historisch verantwoord, maar dat mocht de pret zeker niet drukken.

Lambiekske in het nieuwe millennium

De archivering is bij Lambiekske nooit echt goed geweest en is er in de laatste jaren van de vorige eeuw alleen maar op achteruit gegaan. Bovendien is de enige vorm van kennisoverdracht bij Lambiekske vloeibaar. Eind jaren ’90 studeerden een hoop mensen af van de harde kern en daarom ontstonden er misverstanden over de geschiedenis van Lambiekske. Dit gecombineerd met een teruglopend ledenaantal en het voor Lambiekske kenmerkende protest tegen vernieuwing zorgde ervoor dat Lambiekske er niet geweldig voor stond rond de eeuwwisseling. Met een aantal ambitieuze projecten was het Lambiekske-bestuur van ‘00/’01 van plan hier verandering in te brengen. Een zoektocht in het gemeentearchief zorgde ervoor dat het oprichtingsjaar weer herontdekt werd en zo werd duidelijk dat het tijd was voor het 4e lustrum. Lambiekske wilde dit lustrum groots vieren om de zichtbaarheid binnen RSG weer te vergroten en meer leden binnen te halen. Het plan om twee lustrumavonden binnen één week (24 en 27 april 2001) te organiseren leidde tot een concept dat hedendaags bekend staat als de bierweek. Lambiekske had al genoeg ervaring opgedaan tijdens de IBM-subweken dus het was niet moeilijk om dit te realiseren. Door het grote succes van deze bierweek werd besloten om dit concept de jaren erop te herhalen en langzamerhand uit te breiden naar vijf volle dagen gevuld met Lambiekske-activiteiten. Daarnaast werd een Yahoo-group opgericht om ook digitaal over speciaalbier te kunnen discussiëren. Deze group is jarenlang gretig gebruikt. Een poging om Lambiekske-barkaarten te introduceren sloeg niet zo aan, gezien de relatief lage frequentie van Lambiekskeavonden. Men speelde daarnaast al een paar jaar met het idee om een relikwie van Lambiekske in Midgard te plaatsen. In 2002 is daarom een Lambiekske-bord in elkaar gezet die elke Lambieke-avond prominent in de sociëteit gezet werd.

In 2001 werden ook titels bedacht voor oud-bestuursleden. Een e.t. Lam werd al iets langer een Schaap genoemd, maar vanaf toen werd een e.t. Biek een Bok en na veel discussie besloot men een e.t. Ske#1 een Ekske te gaan noemen. Men was hierna een beetje klaar met nieuwe functienamen bedenken en wilde eindelijk een keer uniformiteit over de jaren heen krijgen. Er kwam echter één uitzondering in 2004. Ske#1 Gijs Blaauw had dermate gefaald door algehele afwezigheid dat hij voortaal de titel SKUT kreeg.

Om leden meer betrokken te krijgen bij Lambiekske is het erg handig om het enthousiasme van nieuwe Leden te polsen. Vooral aangezien hét Lambiekske-bestuur hulp nodig had bij het organiseren van de jaarlijkse bierweek en soms ook de biervaart. Daarom start Lam Henk in ‘01/’02 de nog steeds bestaande traditie dat nieuwe leden één flesje Rochefort 10 samen met de Lam moeten drinken, alvorens ze lid worden. Dit bier werd en wordt nog steeds geprezen onder Lambiekske-leden voor zijn complexe smaak gecombineerd met het hoge alcoholpercentage en was dus de ideale kandidaat. De grootste concurrent Westvleteren 12 was immers toen al lastig te verkrijgen. Het invoeren van dit gebruik ging overigens per ongeluk, omdat Henk dacht dat dit al een bestaand gebruik was!

Door de moeite die deze besturen steken in Lambiekske en door de vernieuwingen die zij doorvoerden begint Lambiekske steeds groter te worden. Men begon zich langzaam te realiseren dat Lambiekske alleen groter kon worden door meer structuur aan te brengen. Veel leden zullen dit nooit toegeven, maar ook degenen die chaos predikten hadden enige vorm van sympathiek. De kennis van de geschiedenis van Lambiekske blijft echter achter bij deze ontwikkelingen, mede doordat het opgebouwde archief in 2003 kwijt raakt. Hierdoor gaat het 5e lustrum voorbij zonder dat iemand het door heeft. Wel wordt in ‘05/’06 een ander ambitieus project gestart. 

Door de jaren heen is er wel vaker bier gebrouwen door enthousiaste Lambiekske-leden en doorverkocht aan Lambiekske. Er is zelfs een keer apparatuur van een lid naar RSG gesleept om daar bier te brouwen. In 2006 wordt echter na een succesvolle presentatie aan de bierweek besloten om vanuit Lambiekske zelf te gaan brouwen. Sander Renes zou het brouwen gaan begeleiden. De benodigdheden werden na donaties van leden aangekocht en Lambiekske kreeg een eigen brouwinstallatie; Lambrouwske was geboren. Toevalligerwijs was dat jaar een A.L.V. voor een nieuwe bestemming voor de DOKA. Lambiekske wilde daarom met een voorstel deze ruimte claimen om te gaan brouwen. Omdat RSG echter ook een zeefdrukruimte wilde, werd een deal gemaakt met het bestuur. Lambiekske zag af van de DOKA in ruil voor het recht om voortaan op RSG te mogen brouwen en in ruil voor de ruimte op de keuken om het bier op te slaan.

Lambiekske heeft altijd al goed contact gehad met commissies en andere subverenigingen. Daarom was het niet ongewoon dat Lambiekske tijdens open weken – zelfs de Eurekaweek en de Wijnweek- een avondje verzorgde. Een bijzonder goede combinatie bleek het organiseren van een avond samen met de YellowSubMarine. Deze subvereniging die graag plaatjes uit de ‘60s en ‘70s draaide paste zeer goed bij de relaxte Lambiekske-sfeer. Er zijn door de jaren heen daarom ook menig gecombineerde avonden gehouden.

Tijdens de Biervaart 2007 kwam Lambiekske een bordje tegen in een trappisten café nabij Westvleteren met een gedicht over monniken en speciaalbier. De tekst eindigde met de wijze woorden “Op levenslust en gezondheid”. Deze proost was natuurlijk ideaal voor Lambiekske en werd direct overgenomen door een grote schare leden.

Op naar de 100 leden

In 2007 begon een jong ambitieus Lambiekske-bestuur met een aantal wijzigingen door te voeren met als doelstellingen om Lambiekske nog harder te laten groeien en om de banden met de groeperingen buiten Lambiekske te verbeteren. De traditionele bierkaart, de Bier-A4, werd geprofessionaliseerd, de boekhouding werd voortaan strikter bijgehouden en er werd veel meer tijd gestoken in het promoten van activiteiten. Dit had tot gevolg dat Lambiekske opeens meer dan 25 nieuwe leden kreeg en ook meer gedaan kon krijgen. Dit, gecombineerd met de traditie van Rochefort 10 drinken, zorgde ervoor dat de Lam zijn titel elke avond eer aan kon doen. Daarnaast werden de verhoudingen met het RSG-bestuur verbeterd en werd de zichtbaarheid van Lambiekske buiten Lambiekskeavonden vergroot.

Ske#1 Dennis Le Loux was intussen begonnen met het opgraven en het weer in kaart brengen van de Lambiekske-geschiedenis; een project dat vanuit het niets moest worden opgestart. Dit werd gelukkig al snel bespoedigd doordat de archiefmap van Lambiekske weer teruggevonden werd. Door de goede input van reünisten en door de hulp van het Gemeentearchief werden langzaamaan steeds meer delen van de geschiedenis duidelijk. Dit leidde ertoe dat een aanzienlijk deel van de oud-besturen tijdens de Bierweek van 2009 uitgenodigd kon worden voor de eerste grote Lambiekske- meeting sinds jaren. Door het succes van deze avond werd dit project alleen maar verder doorgezet.

De succesvolle koers van Lambiekske is de jaren erop aangehouden en Lambiekse is blijven groeien tot een enorme sub van meer dan 100 R.S.G.-leden. Ongeveer 20% van de R.S.G.-leden is dus lid van Lambiekske, maar dezelfde sfeer als vroeger is behouden gebleven. Dit komt uiteraard door onze gezamenlijke eigenschap: de voorliefde voor lekker, veelal Belgisch bier. De handvol glazen in 1980 hebben plaatsgemaakt voor dozen vol en de Lambiekskeavonden worden altijd drukbezocht met als gevolg een zeer grote afname van speciaalbier. Ook niet-leden drinken uit respect speciaalbier mee tijdens deze avonden. Door deze drukke en goede sfeer is zooien op Lambiekskeavonden echt not done. Vroeger kon het bier nog met de fiets gehaald worden, maar in toenemende mate werden een steekkar, (een) winkelwagentje(s), een bakfiets en/ of tegenwoordig zelfs een auto nodig om de vele dorstige kelen van bier te voorzien. Bier halen voor Lambiekske is een heel avontuur geworden, met het nodige gelach en gescheld vandien. De locatie waar bier werd gehaald is over de jaren heen ook veranderd. De oprichters haalden hun bier bij Orlanda aan de Oude Binnenweg en in de jaren ’90 werd het bier gehaald bij het Bierhuys, wat tegenwoordig de Man van Drank is. Vanaf de eeuwwisseling haalde Lambiekske zijn bier bij de Biergids aan de Vlietlaan. De contacten met de eigenaar Lois zijn nog steeds zeer goed te noemen. Later werd er ook ruimschoots over de grens ingeslagen en reed Lambiekske met auto’s en soms wel busjes naar Essen in België om bij de De Caingny speciaalbier in te slaan.

In 2008 wordt tijdens een zatte wisseling de Lambiekske-vriendengroep de “Beuken” opgericht. Deze groep, bestaande enkel uit Bokken, heeft als doelen het ondersteunen van de Biek en het creëren van een knokploeg tegen wanbetalers. Zij komen elk jaar samen tijdens de zogenaamde Beukerij. Alhoewel Lambiekske de benaming Beuk niet officieel erkent, wordt het nut van deze vriendengroep toch ingezien. Door het karakter en de sfeer heeft Lambiekske altijd een beetje de schijn van een mannenclubje gehad. Er zijn daarom tot 2010 maar twee vrouwen geweest die Lambiekske-bestuur hebben gedaan (Biek en Ske #1). Vrouwen zijn zelfs in meerdere perioden actief geweerd uit het Lambiekske-bestuur. Door de recente inzet van diverse besturen zijn er echter veel meer vrouwen lid geworden en is het percentage vrouwen binnen Lambiekske langzaam aan het stijgen. De emancipatie bij Lambiekske zal daarna alleen maar verder toenemen wanneer in 2011 de eerste vrouwelijke Lam Lambiekske gaat leiden. Vanaf 2011 namen de vrouwen het langzaam over en zijn regelmatig de mannen in de minderheid in het bestuur. Sterker nog, vanaf 2011 tot 2020 zijn er maar 2 mannen Lam geweest en is die functie verder waargenomen door een vrouw.

Het 6e Lustrum

De grote populariteit van Lambiekske zorgde ervoor dat het 6e lustrum groots gevierd kon worden. Een commissie begon ruim een half jaar van tevoren al met plannen en zou maar liefst zes grote activiteiten in het jaar 2010-2011 organiseren. Doordat een groot deel van de geschiedenis van Lambiekske inmiddels was opgegraven konden oudere besturen hier ook bij betrokken worden. Naast een Dies-avond, een kerstdinershow, Highland Games en een spetterend slotfeest werden ook de banden met het DBBG en B4 weer aangehaald tijdens een uitje naar Delft en kwam er een vijfdaagse Lustrumbiervaart, genaamd de Kruisvaart, langs alle zeven trappisten. De Lustrumcommissie wilde echter een duidelijke stempel op Lambiekske zetten en niet alleen maar activiteiten organiseren. Daarom werd het Lambiekske-bord helemaal opgeknapt en na negen jaar eindelijk aan een muur in Midgard bevestigd. Er kwam bovendien een voorstel tot invoering van een nieuwe titel, genaamd Herder, voor honoraire leden van Lambiekske. Een zevental individuen heeft deze nieuwe titel gekregen omdat zij van fundamenteel belang voor de ontwikkeling van Lambiekske waren.

Er was ook een zeer ambitieus plan om een full-colour almanak ter ere van het lustrum van Lambiekske uit te brengen. Hierin zou een zo compleet mogelijk overzicht van de geschiedenis van Lambiekske en een stukje van op zijn minst elk Lambiekske-bestuur moeten komen. Deze almanak zou middels een Club van 100 moeten worden bekostigd. Er kwam een Club van 100-bord waarop de “gulheid van het hart” bepaalde hoe hoog men op dit bord kwam te hangen. Dit concept sloeg meteen aan en zorgde ervoor dat de almanak bekostigd kon worden. Het zal niemand verbazen dat Lambiekske daarmee de eerste en de enige groepering binnen het R.S.G. is die een eigen almanak heeft uitgebracht.

 

Doortje

Hi, Ik ben Doortje en ik heb delen van deze tekst geschreven. De andere delen komen uit de almanak, daarom wil ik de almanak commissie erg bedanken voor hun tijd en tekst. Op dit moment help ik mee met het organiseren van het Lambiekske lustrum, we worden namelijk 40 jaar! Dus wil je nog nieuwe weetjes over het lustrum (of over bier) dan kan je me altijd aanspreken op de Soos!